Sweet bitterness. Dat zijn de woorden die in de stilte in me klinken als ik om me heen kijk. De blik in hun ogen. De littekens. De onstilbare honger naar aanhankelijkheid. In volle overgave je vastpakken en niet meer willen loslaten. De lachende gezichtjes die een kant verhullen die zo bitter is, dat je er liever je ogen voor zou willen sluiten. Maar het is er. Als de Kilimanjaro ligt het pontificaal voor me. Onmiskenbaar aanwezig in niemandsland. Ik kan er niet omheen. Wil ik ook niet. Meer dan ooit besef ik dat het zaadje dat ik heb geplant veel liefde en aandacht nodig heeft. De bonenstaak die reikt tot aan de hemel ontstaat niet vanzelf. Samen lopen we de berg op, hun smoezelige plakhandjes in de mijne. Met de nodige plasstoppen onderweg. Alles op zijn tijd. En af en toe kijken ze naar me op en zie ik wat zij zien. De dingen die ze hebben meegemaakt. Mishandeling, seksueel misbruik, lijmsnuivend rondzwerven op straat in de sloppenwijken. Het vroege gemis van warmte en liefde. Gebrek aan veiligheid. Die momenten zijn onbeschrijfelijk.
Hetzelfde gevoel ervaar ik als ik tussen de grote ketels op de stenen keukenvloer van het weeshuis zit, waar de vrouwen uit het dorp in roeren en zorgen voor het voeden van honderd kindermondjes en ik ondertussen sessies met ze heb. Omringd door uienschillen, vastgekoekte rijst en een hoop insecten en andere loslopende dieren. Met handen en voeten praten we met elkaar, waarbij we gelukkig worden ondersteund door een gewillige vertaler, inclusief nog op zijn minst tien andere geïnteresseerden erom heen die graag willen laten horen dat ze ook een woordje Engels spreken. Het is een gezellige ellendige boel zo in het weeshuis en het wordt steeds drukker. Inmiddels komen de vrouwen vanuit de hele omgeving en vragen me om raad. Wat kan ik doen met mijn man die me alsmaar slaat en al het geld opmaakt aan drank waar ik zo hard voor werk? Ik heb zo’n pijn in mijn buik, komt dat van de keren dat ik verkracht ben door de buurman? Of toen mijn oom me met de schop in de hoek van de schuur heeft geslagen? Ik zou zo graag een lieve schoondochter willen voor mijn zoon, maar de bruidsschat is zo hoog, dat kan ik niet betalen, zal ik dan nog een vierde baantje erbij nemen? Alleen is mijn rug zo krom dat ik ‘s nachts niet meer kan slapen van de pijn en ‘s morgens telkens door mijn benen zak. Wat moet ik doen madam?
Diepe zucht. Wat moet ik doen? Mulabandha actief, terug naar mezelf en mijn eigen kracht, dat is wat ik doe. En zo goed en zo kwaad als ik kan deze vrouwen bewust te maken van zichzelf, van wie ze zijn. Dat ze iemand zijn. In alle schoonheid, hoezeer deze soms ook wordt besmeurd door ellende. De prikkende tranen die soms branden in mijn ogen komen niet van de tientallen uien die klaar liggen voor de soep. Deze madam heeft ook wel eens moeite om met beide beentjes stevig op de grond te blijven staan als ze wordt overspoeld door dit soort verhalen. En dat is nog maar een tipje van de sluier. Meer en meer wordt het deksel opgetild van een vat dat vol zit met onmenselijkheid. De vrouwen en kinderen laten me steeds meer zien. Zichzelf, in al hun kwetsbaarheid. Hun open wonden, hun pijn en de onmacht om iets te kunnen doen, die soms omslaat in apathie. Onder de houding van het leven nemen zoals het is, zit een diepe laag van helse pijn verborgen en om dit enigszins te kunnen verkoelen, schakelen ze over op de vriesstand. In stilte. Laten gedwee als een kudde Milka koeien alles van zich afglijden. Halen een keer de schouders op en gaan door met het roeren in de soep. Waar heel af en toe, in het geniep, een zoute traan in valt. Sjouwen nog een extra juten zak mee op hun hoofd. Hun hoofd dat zo vol zit dat ze soms uit radeloosheid ermee tegen de muur op bonken. Uiteraard als niemand het ziet.
Voor een land waar yoga vandaan komt, is er bitter weinig terug te zien van de yoga filosofie in de laagste kasten van de maatschappij. Yoga is voor de upper class, voor de mensen die tijd hebben. Voor de happy few die niet 18 uur per dag hoeven te werken. Niet voor de primitievelingen die amper kunnen lezen en schrijven en nog geen dubbeltje waard zijn, laat staan dat ze ooit een kwartje worden. Het is de harde waarheid die mijn ogen opent en me enorm bewust maakt van het feit hoe nietig we als mens zijn. Hoe dankbaar ik ben dat ik hier ben en iets kan betekenen, al is het nog zo klein.
Want dit is het echte leven. En dit is ook yoga in de meest rauwe vorm. Geen gehups in de nieuwste outfit op een mat die wel wat kost maar dan heb je ook wat in pure essence wierookluchten of op bezinning gaan tijdens een yoga retreat in een superdeluxe resort onder de palmbomen in de zon. De echte essentie van yoga is hier nooit verloren gegaan. Want in datzelfde vat zit een enorme puurheid verborgen die steeds meer naar boven borrelt naarmate ik hier langer ben en ik als madam steeds meer word vertrouwd.
Yoga betekent verbinding, samen brengen, onder een juk brengen. En dat is precies wat ik hier ervaar. Vanuit alle ellende die er is, voel ik een enorme verbondenheid recht vanuit het hart. Hoe arm mensen ook zijn, hoeveel ze ook hebben meegemaakt, de deur naar binnen staat open. Wagenwijd. De keren dat ik ben uitgenodigd om binnen te komen als ik langs de huisjes loop kan ik niet meer tellen. De gastvrijheid waarmee ze alles uit de kast halen om mij te plezieren. De vrouwen die me dankbaar vastpakken als ik met ze heb gesproken. De docenten van Deenabandhu School die na de workshops over trauma en yoga trots komen vertellen dat ze nu thuis iedere ochtend een paar yoga houdingen doen en dat ze zich opeens zoveel beter voelen. De ontlading die ik zie bij de meisjes van Deenabandhu als we tijdens onze yogales zo hard mogelijk Simha mudra doen, om de leeuw in hun los te laten. De trots die ik zie in de ogen van de vrouw uit het dorp die haar man gezegd heeft dat ze ook wat tijd nodig heeft voor zichzelf. De knuffels, lachen, aaien, het klimmen op, over, onder en het liefst in me van alle kleine aapjes hier. De liefde en verbondenheid die de inspirerende prof. Jayadev verspreidt in dit weeshuis. En zo kan ik nog wel even doorgaan, de juten zak raakt nooit leeg.
Een van de mooiste cadeautjes zag ik afgelopen week. Zondag kwam een wanhopige moeder van een lokale stam uit de buurt haar kinderen afgeven bij Deenabandhu. Een zus met haar broertje. Ze was niet meer in staat om voor haar kinderen te zorgen. Haar man mishandelde haar zo erg dat ze enorm was verzwakt en ze was bang dat als ze zou vluchten met de kinderen, ze dit niet zou overleven. Dus was er nog maar een optie. De kinderen in veiligheid brengen, zodat zij in ieder geval niet beschadigd zouden raken en zo kon zij alle klappen opvangen. Terneergeslagen vertrok ze weer, de kinderen in verwarring achter latend. Het jongetje, amper 4 jaar oud en nog nooit bij zijn moeder vandaan geweest, heeft drie dagen non-stop hartverscheurend gehuild, schreeuwend om zijn moeder. Het ging zo door merg en been dat zelfs ’s nachts de honden uit de buurt mee jankten. En na de derde dag veranderde er iets. De zorg, de liefde, de aandacht die hij kreeg van alle kinderen om hem heen die hem allemaal kwamen troosten, knuffelen en hem op de arm namen, maakten dat hij smolt. Zijn ogen keken weer de wereld in en veranderden van dof en troebel naar schitterend helder. Hij lachte. Het was ok. De vierde dag speelde hij met de jongens mee alsof hij hier al jaren zit. De vijfde dag vloog hij me om mijn hals en gaf me een kus op mijn wang.
Het zijn de kleine dingen die het doen, die van zo’n onschatbare waarde zijn dat zelfs woorden ze tekort doen. Zo ben ik bijvoorbeeld ook enorm dankbaar dat ik niet meer op een gestoffeerde plank slaap maar een upgrade heb gehad naar een heuse matras. Die dan wel niet in het bed past, maar dat even terzijde. Of dat ik een nieuwe kwaliteit van mezelf heb ontdekt, namelijk een zeer vloeibaar prutje eten met mijn handen, zonder te knoeien. Of dat leven zonder wc papier eigenlijk ook best wel kan, evenals het wassen in de put.
Hoe minder er overblijft, hoe meer er is en dat koester ik met heel mijn hart. Ik voel me rijk. Temidden van deze sweet bitterness ben ik en neem het hele smakenpalet dat India op een ijzeren bord me voorschotelt in me op. Zonder bestek. Met mijn handen. Zoals het hoort.
Chamarajnagar, 16 oktober 2014
In december ga ik weer terug naar de kinderen van Deenabandhu. In de afgelopen jaren heb ik al heel veel geld voor ze opgehaald, maar ze kunnen nog meer gebruiken. Een kind heeft 375 euro per jaar nodig om te kunnen leven en naar school te gaan. Wil je meehelpen?
Maak dan een donatie over naar https://yoga-gives-back.networkforgood.com/projects/27975-anouk-prop-s-fundraiser-give-back-a-gift-for-indian-orphans